Er kunnen zeker grote verschillen zitten tussen

het gedrag van een tamme mannelijke of vrouwelijke kromsnavel,

ongeacht de soort of ondersoort.

Feit is echter dat er meestal gedoeld wordt op aangeleerd gedrag

zonder dat men dat beseft. Aangeboren eigenschappen

zijn niet veranderbaar, maar aangeleerde eigenschappen wel,

immers wat is aangeleerd, kan ook weer worden afgeleerd.

Die bedoelde verschillen zijn dan ook niet zomaar

toe te schrijven aan het feit dat een vogel mannelijk of vrouwelijk is al

kan er wel aangeboren verschil in gedrag zijn dat puur vanuit het karakter komt

bij een pop of man. Hier voor- of nadelen aan te verbinden voor het houden als huisdier is echter onzin.

Net zo min dat je bepaald gedrag of temperament bij Pyrrhura’s

bijvoorbeeld zomaar kunt toeschrijven aan een bepaalde ondersoort.

 

Om goed onderbouwd te kunnen stellen dat bijvoorbeeld een

Pyrrhura Molinae in zijn algemeenheid aanhankelijker is dan een

Pyrrhura Perlata zou men minstens 5000 vogels van beide soorten

intensief moeten testen op wetenschappelijke wijze. Dan heb je

een redelijk betrouwbare bron om iets vast te stellen.

De meeste beweringen op dit gebied echter zijn slechts gebaseerd

op enkele ervaringen van mensen die meer of minder toevallig bepaalde ervaringen

hadden met bepaalde soorten, waarbij juist het belangrijkste, namelijk de omstandigheden waarin die ervaringen

werden opgedaan geheel buiten beschouwing gelaten worden.

Uiteraard kan een Molinae aanhankelijker zijn dan een perlata

als de vogel beter daartoe is getraind, opgevoed en gesocialiseerd dan een perlata.

Het tegenovergestelde is echter net zo goed mogelijk, wanneer een perlata

beter is gesocialiseerd met mensen, andere vogels en andere huisdieren.

Er zijn dus veel te veel factoren die een belangrijke rol spelen

in het uiteindelijke gedrag van een kromsnavel die als huisdier

wordt gehouden, waarbij de mens zelf de meest bepalende is.

Van die beweringen m.b.t. gedrag hebben wij al evenveel voorbeelden gezien

die precies het tegendeel zouden kunnen bewijzen.

Het gedrag van een tamme vogel die als huisdier wordt

gehouden, wordt voor zeker 80% bepaald door de mensen

met wie de vogel omgaat of juist niet omgaat, kortom zijn ervaringen met mensen zijn altijd doorslaggevend. Daarom is het ook van groot belang

te weten wat een vogel heeft ‘meegekregen’, voordat deze

in huis wordt gehaald.

Iemand die voldoende kennis in huis heeft om een papegaai of parkiet

verantwoord als huisdier te kunnen houden, zal bijvoorbeeld

rekening houden met een bepaalde aanleg die een bepaalde soort

eventueel heeft.

Zo hebben bijv. grijze roodstaarten een wat sterkere aanleg tot eenkennigheid

dan een zonparkiet of amazone papegaai. In hoeverre die aanleg zich echter

wel of niet ontwikkeld in een huisdier situatie hangt geheel van de mensen af die hem houden, hoe ze ermee omgaan. Zo kan het voorkomen

dat je dus een zonparkiet hebt die erg gehecht is geraakt aan 1 persoon en een roodstaart die een allemans vriend is.

Dit ‘omgaan met’ valt niet te onderschatten vanwege de impact die handelingen op

deze prooidieren hebben en niet in de laatste plaats vanwege het feit dat

ze een veelvoud ouder kunnen worden dan alle andere huisdieren.

Hierdoor heeft men dus a.h.w. veel langer de kans het dier goed te laten ontwikkelen, maar ook om het totaal te verprutsen.

Onze conclusie is na ruim 20 jaar alle mogelijke kromsnavels

zelf te hebben meegemaakt in huisdier setting dat het voor het houden als

huisdier geen enkel verschil maakt welk geslacht men heeft.

De meeste verhalen hieromtrent zijn fabeltjes waar nooit enig

verantwoord onderzoek aan vooraf is gegaan, gebaseerd op slechts enkele ervaringen.

Ja, een pop zal eitjes kunnen leggen waar men dan juist mee om moet gaan,

maar ook een man krijgt tegen het voorjaar te maken met

de zogeheten ‘voorjaarshormomen’ die door het lijf gieren.

Door juiste omgang met dit fenomeen blijft de ermee gepaard gaande gedragsverandering slechts tijdelijk. Weet men er niets van dan bestaat de kans dat men

door verkeerd te reageren de vogel voorgoed onhandelbaar maakt. Om maar eens wat te noemen.

Het zelfde gaat op voor het spreken dat bepaalde soorten doen.

Ook dit is totaal niet geslacht gebonden. Sterker nog het is nooit

vooraf bij een jonge vogel vast te stellen of deze überhaupt ooit

goed gaat praten ook al staat de soort bekend als de beste praters.

Praten in de zin van woorden of zelfs taal formuleren is aangeleerd,

nooit aangeboren. Wie een papegaai aanschaft alleen vanwege de mogelijkheid tot praten, zou er per definitie niet aan moeten beginnen. Het moet als

‘toegift’ gezien worden dat een vogel eventueel zou kunnen gaan spreken aangezien men met nog 99% andere zaken te maken krijgt bij het houden van een papegaai of parkiet als huisdier.

Een vogel is gemaakt om te vliegen.

Neem dit af door hem in de kooi te laten of zelfs door te kortwieken

en het dier mist zijn meest elementaire ‘reden van bestaan’.

Leer om te gaan met het feit dat vogels MOETEN vliegen, intelligente dieren zijn

die veel kunnen leren en altijd bepaalde elementaire basisvaardigheden moeten

leren om i.p.v. inde natuur of volière tussen de mensen te wonen

en je krijgt het leukste huisdier denkbaar.

De hele vogelhobby als ik het zo mag noemen heeft bepaalde kenmerken

die niet meer in deze tijd lijken te passen.

Zo ‘wachten’ wij gemiddeld een jaar of 5 en langer tot het eerste jong

bij een koppel wordt geboren. De ouder vogels doorlopen

een opvoedingsproces met hun jongen dat weaning wordt genoemd

dat afhankelijk van de soort maandenlang duurt en soms jaren.

De moderne mens echter wil alles kant en klaar met een druk op de knop.

Men wil hun papegaai niet kwijt dus moet hij gekortwiekt worden of

een tuigje om of in de kooi blijven.

Het door ons uit te voeren socialisatieproces duurt een paar maanden of nog langer om het vastgestelde resultaat te bereiken, dan dat men had verwacht, gehoopt of begrepen, meteen zijn wij oplichters die zogenaamd geen vogel leveren en het internet wordt overspoeld met klachten van ongeduldige mensen die wel menen 20 tot 100 jaar voor een

van oorsprong wild dier in huis te kunnen zorgen. Alsof daar niet een veelvoud van geduld voor nodig

is dan te wachten tot het dier er aan toe is om überhaupt op die manier

als huisdier gehouden te KUNNEN worden door een basis van deskundige socialisatie.

Kortwieken, tuigjes omdoen, opsluiten in de kooi, nooit mee naar buiten etc.

Allemaal in feite kortzichtige schijnoplossingen die trachten

een gebrek aan relatie, vriendschap en daardoor ontstane band te vervangen.

Ik ben niet principieel tegen tuigjes of zelfs kortwieken in bepaalde

situaties ( een gekortwiekte papegaai los in huis is beter dan een niet gekortwiekte altijd in de kooi), maar leg liever de focus op de mogelijkheden

die vandaag de dag ook bekend zijn ta.v. training die gebruik maakt van de intelligentie

van de dieren en hun daarmee door geduld en de juiste aanpak uiteindelijk

een veel beter leven geeft. Beter, omdat het dichter bij hun natuurlijke behoeftes komt

om vrij te mogen rondvliegen bijvoorbeeld.

In vogelparken kunnen we het resultaat zien van wat training kan bewerkstelligen.

Wat we echter meestal niet te zien krijgen, is alles dat aan de demonstratie vooraf ging.

Juist daar ligt de sleutel tot het succesvol houden van een kromsnavel als huisdier.

Meer hierover vind u allemaal in onze Papegaaienschool: https://birdbox.nl

De prijzen van onze deskundig tot huisdier gesocialiseerde vogels

plaatsen wij elke eerste dag van de maand in een nieuw actueel overzicht op de site:

https://tammevogels.nl/prijslijst.htm


VLC Support
VLC Support

TammeVogels.nl De kleinschalige Papegaaien Hobby Kweker met professionele instelling en deskundig advies.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.