Het zit niet zozeer in welke soort bij welke soort.
Het is een socialisatie kwestie.
Daarom is het gemakkelijker om jonge vogels te koppelen die
nog geen eigen keuzes maken.
Een jonge pyrrhura bij een jonge bonte boer gaat dus net zo goed als
een caique bij een bonte boer, mits ze maar deskundig worden gesocialiseerd.
Een volwassen vogel bij een jonge of andersom zetten, is minder makkelijk.
Het jong weet niet goed wat verdedigen is en verwacht alleen goed verzorgd te worden
door een andere vogel. De volwassen vogel denkt een partner te vinden,
maar heeft met een kindje te maken. Scheve verhouding dus.
Ook weer geen wet en regel, maar wat het meest voorkomt.
Ik bespeur een kleine tegenstrijdigheid in verhalen die we te horen krijgen van mensen die deze vraag stellen.
Men geeft aan berijd te zijn ‘moeilijkere dingen te doen, veel educatie etc’, maar stelt tegelijkertijd eisen aan
de eventueel aan te schaffen nieuwe vogel die feitelijk slechts het gevolg zijn van ‘het doen van die dingen’.
Het hele begrip ‘tam’ betekend in feite niets anders dan ‘onderhoud relatie met de mensen’.
Zonder relatie geen tamme vogel. Dat lijkt logisch,
maar blijkt dat in de praktijk minder te zijn, omdat lang niet iedereen op de hoogte is
van de natuurlijke behoeftes van kromsnavels en de absolute noodzaak dat
ze die ook als huisdier zoveel mogelijk kunnen ‘uitleven’.
Het is nogal een verantwoording om een papegaai of parkiet levenslang dat te kunnen geven
wat hij anders in de natuur zou hebben gehad. Precies dat is waar het vaak mis gaat door onderschatting.
Met mis bedoel ik dan ‘de vogel moet weg’, want ik weet het niet meer.
We kunnen niet genoeg benadrukken dat ondanks het feit dat wij door intensief werk
een vogel maximaal tam overdragen, het daarna vrijwel volledig van uzelf afhangt hoe het dier zich bij
u als huisdier zal gaan gedragen.
Wat men ziet als men bijvoorbeeld een jonge (illegaal aangeschafte) baby bonte boer in huis heeft, is ‘baby gedrag’.
Wij als onwetende mensen interpreteren dat als lief en schattig
Wij als onwetende mensen interpreteren dat als lief en schattig
zonder te beseffen dat dit gedrag voortkomt uit een natuurlijke zelfbescherming door zich onderdanig op te stellen.
Pas als de vogel daadwerkelijk geleerd is de mens te vertrouwen, als soortgenoot te zien eigenlijk, komt dit gedrag voort
uit ‘lief en schattig zijn’ om het maar zo te zeggen. Vandaar dus de absolute noodzaak tot deskundige socialisatie.
Zolang het nog de bij jonge vogels horende onderdanigheid is, kan dit elk ogenblik omslaan
in totaal ander gedrag. Meestal zie je dat wanneer op ‘ondeskundige’ wijze met pap is gevoerd en de vogel zelfstandig
begint te worden.
Het is wel een juiste conclusie in elk geval om zolang de bonte boer nog in de huidige ‘babyfase’ is
een maatje erbij te nemen die ongeveer in dezelfde fase zit, of in elk geval
net helemaal volwassen is. Niet dat het per definitie mis zal gaan met een volwassen vogel,
maar de kans is daarop wel aanwezig.
Wat betreft soort heb je meestal de minste problemen met een 2e vogel
die een vergelijkbaar temperament heeft als je dan toch op aangeboren eigenschappen wilt selecteren.
Een Zuid-Amerikaan bij een Afrikaan is dan minder handig. Een Meyer papegaai zou dan weer beter
passen bij een Bonte Boer, ze komen elkaar in de natuur ook tegen, maar daar is het weer soort zoekt soort
en bemoeit zich niet met wie anders is.
Dus juiste socialisatie tot tamme huisdier vogel blijft uiteraard altijd de basis in deze context.
Recent heb ik nog een verhelderende video online gezet omtrent het maken van de juiste keuze voor een vogel: